Terug naar de tijdlijn

Incel-discours in Amsterdam

2024 Tekst: Lina Perlaza Prinsen Fotografie: Artur Ament

Incel – kort voor ‘involuntary celibate’ – verwijst naar jonge mannen die zich uitgesloten voelen en online frustratie uiten richting vrouwen en queer personen.

Wat begon als een obscure online subcultuur is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een maatschappelijk relevant thema: het incel-discours. Jongeren – meestal jongens – die zichzelf als ‘onvrijwillig celibatair’ beschouwen, raken verstrikt in online netwerken die vrouwen, queer personen en ‘de progressieve elite’ aanwijzen als oorzaak van hun onmacht. Hoewel slechts een kleine groep zich daadwerkelijk tot geweld wendt, vormt de denkwereld erachter wél een voedingsbodem voor misogynie, homofobie en maatschappelijke polarisatie.

In opdracht van de gemeente Amsterdam droeg Radar bij aan de verkenning van dit fenomeen. Wat speelt er op straat, in buurten, op school? Hoe herkennen professionals deze signalen? En hoe kunnen we als stad – preventief en sociaal – reageren?

Wat we tegenkwamen: stille patronen, scherpe randen

In gesprekken met jongerenwerkers, docenten en buurtprofessionals werd al snel duidelijk: het incel-denken is nauwelijks zichtbaar aan de oppervlakte, maar leeft onderhuids. Jongens van 13 tot 17 gebruiken termen als “simp”, “sigma male” of “femoid” zonder precies te weten waar ze vandaan komen. Influencers op TikTok en YouTube verspreiden succesverhalen die draaien om dominantie, mannelijkheid en het ‘ontmaskeren’ van vrouwen als manipulatief of ‘niet te vertrouwen’.

Veel professionals gaven aan dat het lastig is hier adequaat op te reageren. De signalen zijn diffuus: ironisch, provocerend of verpakt als meme. Maar onder de oppervlakte zit vaak echte frustratie en vervreemding.

“Je ziet jongeren die in isolement leven, veel tijd online doorbrengen en dan op school of in het buurthuis plots dingen zeggen als: ‘vrouwen liegen altijd’. Dan weet je: dit komt ergens vandaan. Het is een zaadje, en als je het niet benoemt, groeit het door.”
- Jongerenwerker Gemeente Amsterdam

Juist omdat dit discours zich vaak onopgemerkt ontwikkelt, is vroegtijdige signalering essentieel. Het vraagt van professionals dat zij culturele codes en online taal leren herkennen – en tegelijk ruimte kunnen bieden aan jongeren die worstelen met zelfbeeld, sociale status en verbondenheid.

Wat Radar doet: sociaal duiden en structureel bouwen

Radar ondersteunt de gemeente Amsterdam in de opbouw van een aanpak die niet begint bij repressie, maar bij herkennen, begrijpen en verbinden. Net als bij eerdere trajecten rond radicalisering en discriminatie, zoeken we samen met de stad naar manieren waarop professionals, instellingen en gemeenschappen elkaar kunnen versterken.

In dit traject richtte Radar zich op drie sporen:

  1. Duiding en taal
    We brachten de denkbeelden, termen en ‘online codes’ van het incel-discours in kaart. Niet om te veroordelen, maar om professionals te helpen signaleren en begrijpen wat jongeren zeggen – én wat ze mogelijk bedoelen.

  2. Netwerkvorming in de stad
    We hielpen stadsdelen bij het samenbrengen van scholen, jongerenwerk, wijkagenten en welzijnsorganisaties. Samen leerden zij hoe signalen te herkennen, bespreekbaar te maken en te verbinden aan passende actie.

  3. Werkvormen met jongeren
    Samen met jongerenwerkers ontwikkelden we formats om te praten over mannelijkheid, macht en relaties. In dialoog, met ruimte voor verschil, en zonder te moraliseren. Want alleen via gesprek ontstaat bewustzijn.

“Het zijn geen jongens die geweld plegen, maar wel jongens die zich structureel niet gezien voelen. Dan vinden ze hun plek in een online wereld die hen vertelt dat ze slachtoffer zijn van emancipatie.”
- Radaradviseur Stedelijke veiligheid

Waarom dit bij ons hoort

Radar gelooft dat veiligheid begint bij sociale binding. De frustratie die we zien in incel-discours komt voort uit ervaringen van uitsluiting en onbegrip. Jongeren die zich niet gehoord voelen, vinden erkenning in online werelden die het ‘wij-zij denken’ versterken.

Onze rol is om samenlevingsopbouw te verbinden met preventie. Om professionals handelingsperspectief te geven. En om groepen die vaak tegenover elkaar worden gezet – jongens, vrouwen, queer personen – in staat te stellen elkaar te ontmoeten. Dat deden we eerder bij thema’s als drillrap, antisemitisme en wapengeweld. En dat doen we nu opnieuw, op een terrein dat jong is, grillig en moeilijk te grijpen: de online haatideologieën van deze tijd.

En nu?

Radar blijft betrokken bij de Amsterdamse aanpak. Tegelijk zien we dat veel andere gemeenten met vergelijkbare vragen worstelen. Hoe herkennen we de sociale wortels van online haat? Wat kunnen we doen als signalen nog zacht zijn? En hoe werken we aan veiligheid zonder te polariseren?

Het antwoord begint bij samenwerking. In buurten. In scholen. In vertrouwen.

Benieuwd naar wat Radar Advies voor jou kan betekenen? Mail Wim