Terug naar de tijdlijn

WMO Transformatienetwerk

2015 Tekst: Nina Blanken Fotografie: Radar

Het netwerk waar 35 gemeenten proberen elkaar beter te maken. Samen kijken naar grote vraagstukken en weggaan met vernieuwde inzichten.

Wmo Transformatienetwerk, waar voorlopers leren van voorlopers. Het platform waar je als ambtenaar mensen leert kennen die aan hetzelfde werken als jij, waar je nieuwe mogelijkheden ontdekt en leert van overeenkomsten en verschillen.

Hoe beheers je de kosten en voer je de gewenste vernieuwingen door om inwoners beter te ondersteunen? En hoe verbind je beleid met uitvoering? 

Het Wmo Transformatienetwerk werd in 2009 opgericht als Wmo projectleidersnetwerk en telt inmiddels 35 deelnemende gemeenten. Het netwerk biedt een platform voor opinievorming, kennisuitwisseling en kennisvermeerdering. Aanvankelijk werd het gefaciliteerd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), maar sinds 2012 is het een netwerk dat zelf wordt georganiseerd door de gemeenten. 

De gemeenten worden vertegenwoordigd door ambtenaren die in hun gemeente of regio een strategische, coördinerende of leidinggevende rol in het sociaal domein vervullen. Deze inhoud gedreven mensen denken graag samen na over hoe gemeentelijk beleid verbeterd kan worden. 

Marjon Breed van RadarAdvies, die van het begin af aan secretaris is, bereidt samen met de wisselende kernclub, een voorzitter en twee leden, vier jaarlijkse bijeenkomsten voor. Eén daarvan is een 24-uursbijeenkomst die plaatsvindt in een gastgemeente. Hier worden sprekers uitgenodigd en vertegenwoordigers van de VNG en het VWS nemen deel aan het inhoudelijke gesprek. De G40 en het directeurennetwerk Sociale Pijler krijgen de agenda ter informatie. 

24-uursbijeenkomst 


De deelnemende gemeenten zijn vaak voorlopers op een bepaald gebied, gemeenten die niet alleen informatie ophalen, maar ook innovatieve inzichten delen. Gemeenten zoals Leeuwarden, Gouda, Zaanstad, Eindhoven, Huizen en Almere nemen deel. Ook steeds meer vertegenwoordigers van samenwerkende regiogemeenten doen mee. De kernclub bestaat in 2019 uit Stef van de Weerd uit Tilburg (voorzitter), Afien Valkenborg uit Assen en Jan Willem Duker uit Haarlem. 

Tijdens de 24-uursbijeenkomsten krijgen de circa dertig aanwezige ambtenaren een rondleiding door de gastgemeente. Ze eten samen en discussiëren over actuele vraagstukken. Er zijn sprekers zoals een ex-dakloze, bewoners van een beschermde woonvorm, of een aanbieder die werkt met een gebiedsbudget, en een professional uit een sociaal team. Ook nodigt de kernclub experts uit die inspiratie bieden over bijvoorbeeld de financiering van het sociaal domein, monitoring, het inzetten van mantelzorgers, en de organisatie van de sociale basisinfrastructuur. De gemeenten sparren ook over hun eigen problemen en oplossingen. 

“We helpen elkaar door te leren van elkaars ervaringen en proberen zo gezamenlijk het werk beter te maken.”
- Stef van de Weerd, Gemeente Tilburg

Sociale wijkteams 


In 2011 was Almere gastgemeente voor een 24-uursbijeenkomst, waar Maartje Bekkers, die later voorzitter van het netwerk zou worden, werd geïnspireerd door een collega uit Leeuwarden. De Friese stad was namelijk een van de pioniers met sociale wijkteams, die in de grootste achterstandswijk opereren onder de naam “Frontlijnteam”. Het doel van dit team was eenvoudig: doen wat nodig is en het niet moeilijker maken. Inwoners van de wijk werden direct geholpen, zonder doorverwijzing. Dit team bestond uit elf medewerkers met verschillende achtergronden die dagelijks in de wijk aanwezig waren en voor iedereen aanspreekbaar waren. 

Voor veel deelnemers was deze aanpak nieuw. De Friese ambtenaren vertelden in Almere over hun succesvolle Frontlijnteam, en later werd er een werkbezoek georganiseerd. Het werken met businesscases om investeringen in preventie en wijkteams te onderbouwen, werd later ook in andere gemeenten toegepast, zoals in Almere. 

Dip tijdens decentralisatie 


Toen de decentralisatie in 2014 naderde, bereidden de leden zich voor op de invoering van de Wmo 2015. Informatie-uitwisseling werd steeds belangrijker, maar de focus verschuift van inhoudelijke vernieuwing naar financiële en organisatorische vraagstukken. De samenwerking tussen verschillende domeinen wordt een centraal thema, en de gemeenten krijgen te maken met steeds meer verschillende beleidsdomeinen. Dit leidde tot de verandering van naam van het netwerk: het Wmo projectleidersnetwerk werd het Wmo Transformatienetwerk. 

Na de transitie in 2015 kwam het netwerk in een dip terecht. Door de drukte van de implementatie van de wet was er minder tijd voor reflectie en uitwisseling van kennis. Het aantal bijeenkomsten nam af en het voorzitterschap werd vaker gewisseld. Toch bleef het kernteam overtuigd van de waarde van het netwerk. Bekkers benadrukt dat het voor ambtenaren in strategische en leidinggevende posities belangrijk is om een goed netwerk te hebben, omdat het werk complex is en veel gemeenten tegen dezelfde problemen aanlopen. "Waarom zelf het wiel uitvinden als je kunt leren van anderen?" 

Herstel van energie 


Vanaf eind 2017 kwam er weer veel energie in het netwerk. Stef van de Weerd, strategisch sociaal werker voor de gemeente Tilburg, werd de nieuwe voorzitter. Hij zag het voorzitterschap niet als extra werk, maar als een kans om bredere inzichten te krijgen. De besproken onderwerpen werden vanaf dat moment weer meer inhoudelijk en er kwam een intervisiecomponent bij: beleidsfunctionarissen bespraken wat ze vanuit hun rol konden doen om veranderingen te bewerkstelligen. 

Onderwerpen die op de agenda stonden waren onder andere de aanpak van armoede, cliëntvolgend financieren, de versterking van sociale teams, en succesfactoren voor de transformatie van het sociaal domein. 

Verandering kost tijd 


Bekkers en Van de Weerd geven aan dat veranderingen tijd kosten. Het is niet altijd duidelijk wat de resultaten van bepaalde maatregelen zullen zijn en je kunt niet van tevoren voorspellen wat iets oplevert. Ook de bijeenkomsten van het Transformatienetwerk lossen problemen niet meteen op, maar ze bieden waardevolle leerervaringen. De gemeenten ontdekken overeenkomsten en verschillen en ontwikkelen nieuwe mogelijkheden door hun ervaringen te delen. 

Bijvoorbeeld, het onderzoek naar de effectiviteit van sociale wijkteams laat zien dat deze teams vaak niet tot kostenbesparingen leiden, zoals het Centraal Planbureau concludeerde. Maar, zoals Marjon Breed opmerkte, hoeft dit niet te betekenen dat het concept niet werkt. Sociale werkers met voldoende mandaat en vertrouwen kunnen juist preventief werk verrichten en dure zorgkosten voorkomen, hoewel dit niet altijd direct zichtbaar is. 

Benieuwd naar wat Radar Advies voor jou kan betekenen? Mail Wim